01 december 2022
Waar zijn onze doelsoorten nu?
De gierzwaluw is halverwege de zomer al naar warmere oorden getrokken. Naar Afrika, ten zuiden van de evenaar. Ze verblijven daar vanaf midden september tot en met maart en gebruiken de regentijd om aan insecten te komen. Ook ruien de gierzwaluwen in deze periode, dit gebeurt tijdens het vliegen. Eind april-begin mei komen ze weer terug van hun overwintering om hier te broeden.
Ook de bonte vliegenvanger overwintert in het zuiden, namelijk in West-Afrika. Ze vliegen vooral ’s nachts, vanaf eind juli tot half oktober. Vanaf half april tot begin juni komen ze weer naar Nederland toe. De naam ‘vliegenvanger’ is misschien niet de meest toepasselijke benaming voor deze soort. Het grootste gedeelte van het jaar, wanneer hij in Afrika is, eet hij namelijk vooral mieren.
De huiszwaluw is een trekvogel die in Nederland broedt. Rond mei komen de huiszwaluwen in Nederland aan en vanaf eind juli vertrekken de eerste dieren alweer naar hun overwinteradres in zuidelijk Afrika. De huiszwaluw bouwt van klei en zand een komvormig nest tegen rotswanden, maar huizen van baksteen en beton voldoen ook prima. Je vindt ze daarom ook in dorpen en steden. Daar broeden huiszwaluwen in kolonies met meerdere broedparen bij elkaar. Huiszwaluwen zijn vaak te vinden in de buurt van water. Ze eten namelijk enorme hoeveelheden muggen en andere vliegende insecten, die in volle vlucht worden gevangen.
Vleermuizen gaan in winterslaap vanaf het moment dat het gemiddeld kouder is dan tien graden. Ze overwinteren vaak op vochtige locaties met een stabiele temperatuur van 5 tot 10 graden. Vaak zijn dit bunkers, kelders, groeves, gebouwen, boomholtes of geschikte kasten.
Bijen (en andere insecten) komen op verschillende manieren de winter door, dit verschilt per soort. Bij hommels overleeft bijvoorbeeld alleen de koningin, de werksters en mannetjes gaan bij de eerste nachtvorst dood. Sommige bijensoorten ontwikkelen zich net voor de winter tot volwassene om te kunnen overleven en van andere soorten overleven weer alleen de larven. In insectenhotels wachten de bijenlarven op de komst van de lente.